Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 9 december 2011

Geloof en wetenschap. 1

Sinds mijn middelbare schooljaren waarin ik voor het eerst werd geconfronteerd met de evolutietheorie hebben de discussies over de verhouding tussen geloof en wetenschap mij niet meer losgelaten.
In het Darwinjaar 2009 ontstonden prachtige polemieken in de pers en op verschillende fora; kwamen er verschillende boeken uit en velen daarvan hebben mij verder geholpen in het denkproces.
De Bijbel beschrijft in het OT de heilsgeschiedenis. Die is m.i. met een andere insteek, een ander doel geschreven dan de 'gewone' wereldgeschiedenis.
Het scheppingsverhaal is een machtige geloofsgetuigenis over wie aan de oorsprong van alles staat.
Met het argument dat wanneer iets begint te schuiven, alles gaat schuiven kan ik helemaal niets. Elk verhaal moet op de eigen merites worden beoordeeld.
Buiten dat: de Bijbel is een boek dat voor het bevattingsvermogen van de mens is geschreven. (accommodatietheorie van Calvijn.) Het is een boek waarin God zich voortdurend naar ons toebuigt en ons wijsheid wil leren, over Zichzelf en over onszelf.
Stel je voor dat de Bijbel het DNA en RNA en wat dies meer zij had beschreven zoals wij dat nu kennen. Dan hadden veel mensen moeten afhaken in de eerste paar duizend jaren omdat de Bijbel een onbegrijpelijk boek zou zijn geweest. En in de duizend jaren die mogelijk na ons komen was het gedateerd geweest.
Hoe schrijf je een boek dat voor alle eeuwen en voor alle soorten mensen geschikt kan zijn; wat de boodschap overbrengt en de mogelijkheid in zich heeft om mensen van alle eeuwen, plaatsen en culturen te inspireren en tot nadenken te stemmen.
Dat kan niet anders dan dat het een boek moet zijn in geloofstaal. Dat is een andere taal dan die van de wetenschap zoals Wittgenstein al concludeerde.
Dat er kracht van uit gaat heeft het Boek zelf door de eeuwen heen wel bewezen. In die zin geloof ik zeker dat het geïnspireerd is door God zelf.
De Bijbel is wáár; maar niet altijd op de manier waarop wij interpreteren. Interpretaties zijn menselijke activiteiten en mogen ter discussie staan.
Daarom is het niet handig om steeds maar te proberen te bewijzen dat de Bijbel toch gelijk heeft. Zoals b.v. de pogingen van Ben Hobrink (‘Moderne wetenschap in de Bijbel’) en Don Batten, David Catchpoole, Carl Wieland en Jonathan Sarfati (‘Hoe bestaat het’)
Van dit laatste boek staat een uitgebreid hoofdstuk voor hoofdstuk commentaar op het blog van Rene Fransen, wetenschapsjournalist van het ND en christen. (www.Sterrenstof en nog iets)
Ik begrijp de goede bedoelingen maar ze werken niet en zeker niet op langere termijn als verschillende takken van wetenschap vorderingen maken. Hou deze werelden, de theologische en de wetenschappelijke voor zover dat mogelijk is, apart. Het NOMA-principe van S.J. Gould. Het is niet waterdicht maar wel werkbaar, zo denk ik.
Aan de andere kant hebben we ook het recht niet om vraagtekens te zetten bij de Joodse geschiedenis. Dat brengt vervolgens een lastig dilemma met zit mee.
Ik wil ook de wetenschap niet 'ophemelen' maar zoeken naar een evenwichtige balans. Ik geloof niet dat geloof en wetenschap elkaars vijanden zijn, eerder dat ze in elkaars verlengde liggen.

In de Times van vrijdag 10-09-‘10 stond een mooie opmerking van Jonathan Sacks, de hoogste rabbijn van Groot Brittanië.
(Ja, ik spaar aansprekende citaten)

"There is a difference between science and religion. Science is about explanation. Religion is about interpretation. Science takes things apart to see how they work. Religion puts things together to see what they mean. They are different intellectual entreprises...

It is important for us to understand the misinterpretation Professor Hawking has made, because the mutual hostility between religion and science is one of the curses of our age, and is damaging to religion and science in equal measure."

Vrij vertaald: Er is een verschil in wetenschap en religie. Wetenschap gaat over uitleg. Religie gaat over interpretatie. Wetenschap haalt dingen uit elkaar om te zien hoe ze werken. Religie brengt dingen samen om te zien wat ze betekenen. Het zijn verschillende intellectuele ondernemingen…

Het is belangrijk om de verkeerde interpretatie die Prof Hawking maakte te begrijpen, omdat de wederzijdse vijandigheid tussen religie en wetenschap een van de vloeken is van onze eeuw, en beschadigen religie en wetenschap in gelijke mate.

maandag 30 maart 2015

Wetenschap en geloof 1


Het laait weer op, we gaan het weer hebben over schepping en/of evolutie. Ds. A.J. Mensink heeft naar aanleiding van een artikel in ‘Kontekstueel’ door prof. dr. G. van den Brink de knuppel in het hoenderhok gegooid met een tegenartikel in 'de Waarheidsvriend'
waarop Koert van Bekkum op het theologenblog van het RD reageerde.

Koert tipt iets aan wat mij in de Waarheidsvriend ook opviel:
Ds. Mensink wil een gespreksmodel, maar gooit eigenlijk de deur al dicht door de opmerking dat de ingeslagen weg van van den Brink ‘onbegaanbaar maar ook ontoegankelijk‘ te noemen is.
Dat moet ik toch nog eens aan hem vragen; of hij zich hiervan is bewust en dat zo heeft bedoeld.
Op zichzelf ben ik blij dat hij het (weer) aankaart. De vragen die hij stelt leven bij heel veel mensen en moeten doordacht worden.

Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat er geen kloof is of ontstaat tussen wetenschap en religie. Sommigen doen erg hun best om dat te bewerkstelligen; m.n. diehard atheïsten en religieuze fundamentalisten. Atheïsten omdat ze het geloof willen ondermijnen en veel religieuzen omdat ze bang zijn voor één of ander hellend vlak.
Als gelovigen moeten we dat niet willen; angst is een slechte raadgever.
Is het de angst om het geloof te verliezen? Daar geloof ik niet in. Geloof is van God gegeven en dat neemt Hij niet zomaar van je af. In de ware liefde is geen vrees, dat staat in de ontroerend mooie, eerste brief van Johannes. Een ieder onderzoeke zichzelf.

Zoals in dit blogberichtje al aangegeven: waarom zou een niet letterlijke lezing van de eerste hoofdstukken het gezag van de Bijbel aantasten? Ik begrijp dat nog steeds niet. Het gezag van de Bijbel wordt niet aangetast maar wel het gezag van bepaalde interpretaties.
Iets meen ik wel te begrijpen van de reactie van ds. Mensink: zoals het in verschillende berichten beschreven staat lijkt het alsof van den Brink coûte que coûte de Bijbel wil aanpassen aan het wetenschappelijke model. (Ik heb het ‘Kontekstueel artikel’ nog niet gelezen)
Dat lijkt mij geen goed uitgangspunt.
Waarom zou je twee verschillende ‘ondernemingen’ aan elkaar willen aanpassen?
Laat ze ieder in hun eigen waarde. Niet tegenover elkaar maar in elkaars verlengde.

Laten we daarom de discussie voor zover mogelijk filosofisch/ theologisch houden (en dus ook het creationistische 'wetenschapsmodel' buiten beschouwing laten) : waarom zouden we dit gedeelte van de Bijbel letterlijk moeten lezen.
Dan kan iedereen die niet vegeteert op zijn/haar onderbuik gevoel en met een beetje denkvermogen eraan meedoen. Niet om het geloof in het irrationele te trekken; er blijven uitstekende redelijke argumenten waarom God is, maar in een poging om de discussie zuiverder te houden.
In mijn ogen is dat bijvoorbeeld: ‘Ieder gevolg heeft een oorzaak, zo heeft het eerste gevolg - ‘Big-Bang’- een oorzaak.’


Er staat nergens in de Bijbel: Gij zult de eerste hoofdstukken van Genesis letterlijk lezen.
Dus blijft het, op welke manier je ook leest, een interpretatie.
Wie bepaalt welke interpretatie de juiste is en waarom? Voor mij staan ze op hetzelfde ‘level’.
Dan komt vaak de opmerking waar ik niet zo goed raad mee weet: ‘de Heilige Schrift is haar eigen uitlegster’.
Zo’n opmerking doet heel ‘cirkelredeneerderig’ aan.
Ik neem aan dat je door schrift met schrift te vergelijken de waarheid boven tafel moet kunnen krijgen. Maar om welke waarheid gaat het dan?
De geloofswaarheid? Dan ben ik het er mee eens.
Niet de natuurkundige/ biologische/ paleontologische/ geologische/ wiskundige enz. waarheid want daar zijn die andere 'takken van sport' voor.
Wanneer ik mij vergis en er niet de waarheid mee bedoeld wordt, wat dan wel?
Ik volg het debat met belangstelling.

31-03
Inmiddels heb ik het artikel van van den Brink ook gelezen en heb daar toch een wat genuanceerder beeld van gekregen. Hij is niet bezig om koste wat kost de Bijbel met de wetenschap te verenigingen. Hij geeft een pleidooi waarom je niet hoeft te kiezen tussen geloof óf wetenschap. Daar ben ik het dan ook mee eens.
De Bijbel hoeft niet te worden aangepast aan de wetenschap; ons beeld van de bijbel moet worden aangepast.

Veel aandacht krijgt de zondeval. “Het idee van een algehele kosmische ineenstorting vanwege de zondeval, is naar mijn mening bijbels-theologisch niet houdbaar.”
Dat sprak mij aan omdat ik ook dat idee al had. Herbivoren zijn met - het moment van - de zondenval niet opeens veranderd in carnivoren met een heel ander spijsverteringskanaal, om maar een voorbeeld te noemen.
Dat er echter een ‘zondenval’ is geweest; daarvoor hoef je maar om je heen te kijken.

Met één ding ben ik het niet helemaal eens: ‘Het beelddrager zijn zit overigens vooral in het vermogen om relaties aan te gaan, niet zozeer in het verstand en dergelijke.’
Dat vraag ik mij af. Bonobo’s, olifanten, zwanen en dolfijnen gaan ook relaties aan. Soms voor het leven.
Beelddrager zijn zit ’m volgens mij meer in het Goddelijke besef waarmee een bepaald mensenpaar werd ingeblazen.
Gen 2: 7.


gerelateerd aan:
Geloof en Wetenschap 1
Geloof en Wetenschap 2
Christelijk geloof / Evolutietheorie
en een beetje aan ter Lindenbladzijde






vrijdag 15 mei 2015

Wetenschap en geloof 3


In het RD van 09-05-15, achter de betaalmuur, stond een artikel van ds. M. Klaassen dat gelukkig ook op zijn weblog staat. Dat gaat weer verder door op de artikelen van ds. A.J. Mensink en prof. G. van den Brink in Kontekstueel en Waarheidsvriend: Wetenschap en geloof 1 en 2
In het artikel beschrijft hij zes dilemma’s waar gelovigen tegen aanlopen wanneer ze de evolutietheorie aanhangen. Terwijl ik ze las borrelde er al van alles in mij naar boven en daarom probeer ik ze hier te overdenken.

ds. M. Klaassen:

1. Een Adam die voorafgegaan is door een lange keten van mensachtige voorouders is moeilijk verenigbaar met het verslag van de directe schepping van de eerste mensen door God, zoals vermeld in Genesis. Adam is dan niet uit het stof der aarde geschapen, maar had gewoon twee ouders, net zoals Eva, die dan dus ook niet uit zijn rib geschapen is.

2. Verder: wanneer Adam een van de mensachtigen is die God op een bepaald moment gekozen heeft om Zijn beeld te dragen –een gedachte die veel theïstische evolutionisten aanhangen– dringt de vraag zich op wat dan de status is van de voorouders van deze ‘Adam’.

3. Een derde punt: volgens de huidige paleoantropologie is er niet één Adam geweest, maar heel veel Adams. Dat betekent dat de huidige populatie mensen nooit allemaal van Adam afstamt. Dat staat op gespannen voet met Paulus’ bewering dat God uit ‘één bloed het hele menselijke geslacht’ voortgebracht heeft (Hand. 17: 26).

4. Dat heeft uiteraard weer de nodige consequenties voor de visie op de erfzonde. Hoezo zou ik delen in de erfzonde van iemand van wie ik niet eens afstam?

5. Een vijfde fundamenteel gegeven: de aanname dat voor ´Adam´ de dood al eeuwenlang in de wereld was, laat zich moeilijk rijmen met Paulus’ bewering dat de dood ‘door één mens in de wereld gekomen is’: namelijk Adam (Rom. 5: 12).

6. Ten slotte: het betekent ook een reductie van de gevolgen van de val: ziekte, pijn en lijden zijn geen gevolg van de val, maar inherent aan de schepping. Dat staat op gespannen voet met Paulus’ bewering dat de schepping aan de zinloosheid onderworpen is, niet vrijwillig, maar als gevolg van hem, lees: Adam, die hem daaraan onderworpen heeft (Rom. 8: 20).

Mijn gedachten:

Ad 1. Adam als stoffelijk mens staat tegenover de Adam als geestelijk wezen. Die tweeslag vinden we de hele Bijbel door. Adam staat voor ‘mens’ want vrouwen zijn net zo goed stoffelijk en daarbij denk ik dat die rib de verbeelding is van het niet compleet zijn van de man.

Ad 2. Dat Adam bijzonder en naar Gods beeld is, is denk ik nog steeds naar aanleiding van Gen. 2: 7 wat voor mij een cruciale tekst is.
Niet letterlijk, maar om de belangrijkheid van deze, op God gerichte mens te duiden. Een levend wezen. Wat het mogelijke voorgeslacht van Adam betreft: daar hebben wij eigenlijk niets mee te maken. Wat is de status van de Homo Heidelbergensis, van de Neanderthalers? Geen idee. In ieder geval waren deze mensen niet gebonden aan Goddelijke wetten. En wanneer er geen wet is kunnen mensen niet worden veroordeeld volgens Paulus in Rom 5:3.

Ad 3. Dat staat inderdaad op gespannen voet met die tekst, maar klopt wel weer met het verhaal van Kaïn dat niemand hem mag doden en daartoe een teken krijgt. Ook de vrouw van Kain moet ergens vandaan komen (Ik geloof niet in dat ‘zuivere incestverhaal’) evenals de bewoners van ‘zijn’ stad Henoch. Er wordt niet gesproken over een nederzetting o.i.d. maar een stad. Dat impliceert veel mensen.
En waarom was het paradijs een beperkte ruimte? Waartegen moesten Adam en Eva worden beschermd? Kan het niet zo zijn dat je die tekst uit Handelingen moet lezen op een manier dat God de oorsprong is van alle mensen?

Ad 4. Wij, gelovigen op God gericht, stammen als stoffelijke mensen af van de op God gerichte Adam/mens en dus delen we in de erfzonde. Gen 5:1-3 . Adam is geschapen naar het beeld van God en Adams zoon Set is geschapen naar Adam, de gevallen mens.

Ad 5. Dat de dood door één mens in de wereld is gekomen, Adam is al moeilijk letterlijk vol te houden omdat het Eva was die volgens het verhaal als eerste viel. Weer vanwege de tweede Adam wordt de eerste Adam als grootste zondebok gezien. Zo heb je weer die tweeslag. De nadruk moet volgens mij weer komen te liggen op het woord ‘mens’. Dieren zondigen niet.

Ad 6. Die reductie, ja daar geloof ik zonder meer al in. We maken er een te groot drama van. Dat wij het als straf ervaren komt door ons slechte geweten. Het past niet om daarmee te ‘koketteren’. Ik krijg tenminste vaak het gevoel dat dat wordt gedaan, onbewust misschien of aangeleerd. Wanneer je zonden zijn vergeven gaat de prikkel uit de straf/ de dood en is het echt minder erg. Narigheid hoort bij het leven en voor gelovigen zal alles meewerken ten goede. Dat is de troost die erin zit.
Wie is trouwens die ‘hem’ in Rom 8:20? Grammaticaal kan ik dat niet duiden, helaas.

Op de site ‘Geloof en Wetenschap' vond ik een quote van van den Brink die aangeeft waar het nu, ook volgens mij om draait:
‘Evolutie dwingt ons de Bijbel te lezen zoals deze bedoeld is’.
Ik heb al gemerkt dat er een wereld opengaat wanneer je de letterlijkheid van minder waarde acht en je richt op de bedoeling en diepere betekenissen van de teksten.




vrijdag 3 juli 2015

Het echte conflict


Een boek over wetenschap, religie en naturalisme
Geschreven door de Amerikaanse filosoof van Friese afkomst Alvin Plantinga (1932) . Vertaald door Arend Smilde.
Het boek is verschenen in 2011 als ‘Where the Conflict Realy Lies.’
Ooit las ik van hem ‘God, Freedom and Evil’ in het Engels maar dan ben ik toch steeds bang dat ik dingen verkeerd begrijp of over het hoofd zie. Daarom heb ik van dit boek de Nederlandse vertaling maar afgewacht.

Is er een conflict tussen wetenschap en theïstische religie? Ja, maar dat is een conflict van oppervlakkige aard. Ten diepste is er harmonie tussen wetenschap en theïstische religie.
Er is een oppervlakkige harmonie tussen wetenschap en naturalisme, maar daar zit nu juist het echte conflict en dat gaat heel diep.
Handig om te weten is dat Plantinga het naturalisme ziet als een wereldbeschouwing die verder gaat dan atheïsme namelijk in de overtuiging dat God echt niet bestaat. Daarom is naturalisme ook iets wat valt onder het vage begrip ‘religie’. Het is een quasi-religie. Het vervult namelijk één van de hoofdfuncties die religie heeft nl. hoe de werkelijkheid in elkaar steekt.
Zo komt hij tot de conclusie dat er een conflict is tussen wetenschap en religie maar dan bedoelt hij de quasi- religie naturalisme.
Wat is dat conflict? Even wat kort door de bocht want ik vond dit hoofdstuk het moeilijkste: Wanneer je er naturalistisch van uitgaat dat alles door toeval is ontstaan dan kun je niet op je kenvermogen vertrouwen, want wie zegt dat dat betrouwbaar is? Het is betwijfelbaar of de naturalistische evolutie de juiste overtuigingen opleveren.
Hij vervalt in dit hoofdstuk in filosofische technieken zoals:
‘ (1*) P(MB/N&E) is klein’.
Dan moet ik toch afhaken of op een dag het blijven lezen tot ik het snap maar in ieder geval: ‘there is Where the Conflict Really Lies’….
De theïstische evolutie kent dat probleem niet want gelovigen hebben het kenvermogen van God gekregen en die is betrouwbaar.
Tussendoor worden Dawkins en Dennett aangepakt en op hun fouten gewezen en neemt hij het op voor Michael Behe met zijn pogingen om op wetenschappelijke wijze proberen aan te tonen dat er irreducibly complex systems bestaan. (Intelligent Design)

Waarom is er geen echt conflict tussen theïstisch geloof en wetenschap? Omdat theïstisch gelovigen ervan overtuigd zijn dat de evolutie is geleid. Ongeleide evolutie is niet te rijmen met het christelijk geloof.
Verder behandelt hij altruïsme, de moraal, de historisch kritische Bijbelwetenschap, het handelen van God in deze wereld, de finetuning en nog meer. De vraag die Plantinga stelt is of al deze theorieën ondermijners zijn van het christelijk geloof of juist versterkers.
Dat werkt hij dan grondig uit.

Wel jammer dat hij niet ingaat op het al dan niet realistische van de Bijbelverhalen. Maar ja, bij hem gaat het om een gesloten filosofisch denk-bouwwerk en gaat het niet om de theologische voetangels en klemmen. Dat mogen theologen verder uitwerken.
Zo denk ik dat hij denkt. Zo zou ik ook denken. *grinnik*

Voor geïnteresseerden in deze materie is het een aanrader.




donderdag 6 juli 2017

Deugdethiek, levensbeschouwing en religie


Geredigeerd door Andreas Kinneging en Timo Slootweg in 2015.
Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
De beide heren hebben zelf ook een gedeelte geschreven. Kinneging over de deugden in de Oudheid, Slootweg over de deugd en het protestantisme.
Verder komen er filosofen- schrijvers (allemaal achterin genoemd) aan het woord over de kerstening van de klassieke deugden (vond ik het lastigste hoofdstuk), en over de Joodse, Boeddhistische, Confuciaanse, Hindoeïstische en Islamitische deugden.
De filosoof Hegel wordt in dit verband besproken en er wordt een onderzoek besproken over het functioneren van deugden in de praktijk naar aanleiding van vragenlijsten die zijn verstuurd naar predikanten, gemeenteraadsleden, leerkrachten en tieners. Is de opvatting over deugden aan verandering onderhevig?
Er staat echt heel veel in dit boek; het is een naslagwerk. Het viel dan ook niet mee om het een beetje recht doend, samen te vatten.


De vraag is: bestaat er een Weltethos? Is er iets wat al die stromingen met elkaar verbindt?
Dat wordt gezocht in de deugden. De gulden regel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet’ is wijd verbreid al heeft hij in het Christendom een positievere formulering.
(zie Matth 7:12)
In de oudheid kende men de kardinale deugden wijsheid, rechtvaardigheid, matigheid en moed.
Met het Christendom kwamen daar geloof, hoop en liefde bij.
Deugdzaamheid is weten hoe je goed moet handelen. Wanneer je dat niet doet komt dat voort uit onwetendheid volgens Socrates. Zo is de mens in principe goed te noemen.

Bij de Grieken (en in het idealisme van Kant en Hegel) gaat het niet om de enkeling maar om het geheel. De enkeling is daaraan ondergeschikt.
Bij de kerstening van de antieke wereld, wat een zeer langzaam proces is, verschuift dat idee naar alle enkelingen die allemaal gelijkwaardig voor God staan en van oneindige waarde zijn.
Deugden in de oudheid (Aristoteles) zijn gericht op zelfverwerkelijking en houden het midden tussen twee ondeugden. Bijvoorbeeld: Oprechtheid is het midden tussen opschepperij en valse bescheidenheid.

In het Christendom wordt de aandacht verlegd naar nederigheid en de aandacht/liefde voor de ander.
Dus hoewel de deugdethiek heel Grieks is heeft het Christendom ze zich toegeëigend en aangepast al kan een ethiek nooit de plaats innemen van het individuele geweten.
In het protestantisme is iemand rechtvaardig/deugdelijk wanneer hij/zij uit het geloof leeft.
Het tegenovergestelde van zonde is niet deugd maar geloof.
De Joodse ethiek gaat over de vrijheid van God gekregen en daarom moet men zich inspannen om die te verwerkelijken. Dat is levensheiliging. Aan God gelijk worden. Met die intentie leven is een deugd.

De joodse deugden worden overdacht aan de hand van twee filosofen uit de vorige eeuw: Moritz Lazarus en Herman Cohen.
Volgens Lazarus: Je hebt verstandsdeugden (kennis en waarachtigheid), gevoelsdeugden (mee-lijden en plichtsgevoel) en wilsdeugden (b.v. zelfbeheersing, vlijt, standvastigheid)
Volgens Cohen: verstandsdeugden (waarachtigheid en bescheidenheid), sociale deugden (gerechtigheid en vrede) en wilsdeugden (dapperheid en trouw)
Berouw wordt apart genoemd, niet als deugd maar wel van betekenis voor deugdzaamheid.
want: ‘Degene die boete doet ziet zichzelf onder ogen zoals hij is: voortdurend tekortschietend maar daarom niet minder verantwoordelijk.’

Het Boeddhisme heeft geen hogere ‘instantie’ maar wel het achtvoudige Pad om tot een hoger niveau te komen. Dat leidt tot deugdelijk gedrag.
De mens is in principe goed, net als bij Socrates, maar de mens heeft neigingen om deze goede natuur tegen te werken door onwetendheid. We zijn verkeerd geconditioneerd. Dat vraagt om deconditioneren door meditatietechnieken.
Het Boeddhisme kent vier grenzeloze deugden: compassie, gelijkmoedigheid, medevreugde en liefdevolle vriendelijkheid
Drie karakteristieken van het bestaan zijn veranderlijkheid :niets blijft ooit hetzelfde, accepteer dat. Ondraaglijkheid: bestrijdt de oerangst en zelfloosheid: jouw vurende neuronen zijn zo gewend om je zelfpatroon te verstevigen, daar moet je vanaf.
Door inzichtmeditatie met de nadruk op ontspanning wordt de leegte onderzocht en de confrontatie met de oer-angsten aangegaan. Daarna kunnen de vier deugden groeien.
Daarbij moet opgepast worden voor een gevaarlijke variant (wolf in schaapskleren) want compassie is niet hetzelfde als medelijden en gelijkmoedigheid is niet hetzelfde als onverschilligheid.
Medevreugde is iets anders dan zelf eer willen krijgen.
Bij de liefdevolle vriendelijk wordt gewezen op altruïsme dat voor een Boeddhist als vanzelfsprekend bestaat.

Als Confucianist behoor je tot een toplaag van de maatschappij maar dat krijg je niet door geboorte maar door te studeren. Het zijn de Schriftgeleerden van de oude teksten.
Confucius was degene die uit de oeroude geschriften een ‘deugdethiek’ destilleerde. Een doctrine.
Deze doctrine stelt dat er in een relatie altijd ongelijkheid is met de daarbij behorende gedragsregels. Die gelden als deugden.
Er zijn er vier: eerbied voor de ouderen, kuisheid van de vrouw aan haar man verschuldigd (andersom kennelijk niet), betrokkenheid en plaats besef.
Van Confucianisten werd ook verwacht dat zij kritiek uitoefenden op allerlei vormen van beleidsvoornemens van overheden. Van hoog tot laag.
Veel is in onze tijd verdwenen.

De deugden in het Hindoeïsme worden bepaald door karma en samsara; determinisme en reïncarnatie. Zij veroorzaken het lijden. Daaruit kun je ontsnappen door je te bevrijden van waanideeën, begeerte en boosheid. (de poorten van de hel)
Door meditatie verwerf je het juiste inzicht. Wanneer je dat hebt bereikt ben je Brahman en verlost van reïncarnatie.
Het Hindoeïsme kent geen algemene ethiek want het ligt er maar aan waar je positie zich bevindt in de samenleving. Een militair moet bijvoorbeeld gewoon strijden en doden. Een asceet mag zich iet overgeven aan …..
Wel zijn er enkele algemene geboden: het onder controle brengen van je geest en je lichaam. Jezelf bevrijden van de poorten van de hel, afzien van geweld, liefde voor de waarheid, niet stelen en kuisheid.
Heilig boek is de Mahabharata waarvan de Bhagavad Gita een onderdeel is.
Mahatma Gandhi’s ethiek draaide om drie deugden: waarheid (waarachtigheid), geweldloosheid en onafhankelijkheid (op eigen benen staan).

In de Islam is ethiek ook hetzelfde als fatsoenlijk moreel gedrag. Zij vindt haar basis in de houding van Mohammed en in de leer de Koran en van de Soenna met de Hadieth.
Voor mezelf onthoud ik het zo: Zoals de Christengelovigen de Bijbel en de belijdenisgeschriften hebben en de Joden de Torah en de Talmoed, hebben de Moslims de Koran en de Soenna.
Even kort door de bocht: zoals Evangelischen niets moeten hebben van de belijdenisgeschriften, zo moeten Sjiieten ook niets van de Soenna hebben. (dit staat niet in het boek maar is een eigen toevoegsel)
De islam is ook beïnvloed door de oude Griekse deugdenleer. Een paar bekende namen die invloed hebben gehad op de deugdethiek van de Islam: Ibn Miskawayh en Al- Ghazali.
Fethullah Gülen, die ervan beschuldigd wordt de hand te hebben gehad in de coup in Turkije, bijna een jaar geleden, beschouwt het onderwijs en de media als sleutelinstrumenten bij het vormen van een ethisch bewustzijn. Hij heeft de ontplooiing tot de volmaakte mens op het oog.
En dat doe je met hoofd, hart en handen. (3H-model)
Kenmerken zijn: volmaakt geloof, liefde, een evenwichtige kijk op de wetenschap op basis van de rede, logica en bewustzijn, een herziene islamitische visie op de mens, het leven en het universum, vrij denken en respect voor de vrijheid van meningsuiting, de gemeenschappelijkheid opzoeken, mathematisch denken en waardering en gevoel voor kunst.
Gülen is van het evenwicht en lijkt daarin weer op Aristoteles en is veel meer erop uit om in harmonie met niet-Moslims te leven en zo bij te dragen aan een universele deugdenleer.

Hegel Waarom deze man een apart hoofdstukje krijgt begrijp ik niet zo goed. Hij heeft volgens de schrijver nauwelijks systematisch geschreven over de deugd.
Voor hem zitten deugden precies tussen liefde en plicht in. Maar zonder liefde stellen deugden ook niets voor. Hoor ik daar Paulus? Zonder de liefde .....enz.
Deugdethiek is voor Hegel iets van ‘de oude wereld’. Wanneer de zedelijkheid gaat overheersen in een samenleving zijn deugden overbodig.
Alleen..... Hegel heeft niet kunnen voorzien dat in onze tijd het gezin niet meer de hoeksteen van de samenleving is waar zedelijkheid hoog in het vaandel staat. Verder heeft hij ook de ontkerkelijking niet voorzien en dat de samenleving vooral gericht is op het economisch belang. Dat geeft versplintering waardoor het individu teruggeworpen wordt op zichzelf.
Met elkaar spreken over deugdethiek is dan ook niet bepaald overbodig volgens de schrijver.
Wat wel leuk is: Hegel ziet ook het ware en het goede in de kunst als deugd.

Het laatste hoofdstuk gaat over de praktijk van nu aan de hand van verschillende onderzoeken.
Er is een verschuiving gaande van wat men nu als deugden ziet. Waren het vroeger de kardinale deugden plus geloof hoop en liefde; nu is het meer respect, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid, liefde en zorgzaamheid.

Mijn conclusie in zijn algemeenheid:
Kennelijk is het de mens niet gegeven om als vanzelf deugdelijk = goed, verantwoordt te leven. Het moet aangeleerd en aangestuurd worden. En het is prettig wanneer er stimulerende voorbeelden zijn.
De deugden op zichzelf komen in grote lijnen binnen de verschillende religies met elkaar overeen.
Een prima uitgangspunt om met elkaar in gesprek te gaan en een samen-leving te onderhouden.




dinsdag 11 juli 2017

En de aarde bracht voort


Geschreven door Gijsbert van den Brink en is vers van de pers. Ondertitel: ‘Christelijk geloof en evolutie’
Op 22 juni jl. verschenen tijdens onze vakantie.

Ik ben ontzettend blij met dit boek. Al heel lang had ik daar behoefte aan. Iemand die de kennis en de moed heeft om nauwgezet en systematisch probeert de theologische consequenties te doordenken wanneer definitief zal blijken dat de evolutie waar is.
‘Stel dat het waar is wat dan...’
Hoe lezen we dan de eerste hoofdstukken uit de Bijbel en specifieker: van Adam en Eva, over de zondeval, erfzonde en verlossing, hoe duiden we het lijden in de wereld, hoe denken we dan over natuurlijke selectie en voorzienigheid en over moraal en openbaring. Valt het geloof dan om als dominostenen zoals zovelen denken? Ik heb inmiddels de ervaring van niet, maar daar overtuig ik mensen niet mee.


Ongetwijfeld zal hij veel kritiek krijgen maar dit is een aanzet om erover na te denken en wie weet komen er nog meer boeken met nog betere ideeën. Dan is dit boek gewoon een tussenvorm. 
Is dat ook geen ontwikkeling=evolutie?

Velen haken af van het geloof omdat zij hun hersens willen blijven gebruiken. En wanneer je zegt dat je gelovig bent en de wetenschap ook betrouwbaar acht word je niet meer als christen/ gelovige serieus genomen. Ik word te oud om me er persoonlijk iets van aan te trekken maar ik vind het wel heel erg.
En van den Brink ook, gezien zijn laatste regel: ‘Niet- christenen hoeven niet te denken dat ze om christen te kunnen worden iets wat voor hen zo evident is zouden moeten afzweren.’

Van den Brink, uit een zelfde soort religieus nest als ik (Gereformeerde Bond binnen de PKN), beschrijft in de inleiding eerst de probleemstelling en vervolgens in hoofdstuk 2 en 3 wat evolutie eigenlijk inhoudt en hoe er in het verleden door gelovigen over gedacht en mee omgegaan is.
Want ook Augustinus heeft zich er al mee beziggehouden.
In de verdere hoofdstukken met de ‘problemen’ beschrijft hij eerst zo objectief mogelijk wat zoal de gangbare meningen zijn die er toe doen. Vervolgens beschrijft hij de problemen van al die visies en daarna laat hij weten wat hij zelf de beste vindt en waarom.
Hij zet alle vraagstukken waar de orthodox gelovigen tegenaan lopen systematisch op een rijtje.
Bij elke vraag, het geheel overziend, vraagt hij zich af: ‘welke uitleg het meest adequaat is, in de zin dat die verenigbaar is met de basisuitgangspunten van een orthodox-christelijke (verbonds)theologie en tegelijkertijd de wetenschappelijke inzichten over de menselijke oorsprong serieus neemt’.
Hij legt niets dwingend op maar laat de lezer de vrijheid om zelf een mening te vormen. Soms zijn er meerdere mogelijkheden. (bijv. P 178)
In hoofdstuk tien vat hij alles nog eens kort en kernachtig samen.

Wat vond ik zelf van dit boek.

Omdat ik mij ook al jaren in deze materie heb verdiept bracht het boek voor mij niet echt heel veel nieuwe dingen. Alleen de onderbouwingen van bepaalde standpunten zijn veel degelijker en overzichtelijker. Daar kan ik zeker mijn voordeel mee doen.
En ik heb het verschil geleerd tussen concordisme en perspectivisme. Dat zijn van die dingen die je intuïtief wel weet maar nu in definities gevat ziet.
Concordisme is de hermeneutische visie dat Bijbelse uitspraken over de fysische wereld overeenkomen met de wetenschappelijke feiten. (p 114) Men denkt dat die er in verborgen zitten.
Perspectivisme is de hermeneutische visie dat we bij het interpreteren van de Bijbel de theologische inhoud moeten onderscheiden van het wereldbeeld waarin deze inhoud ingebed is. (P 122)

Adam en Eva kun je zien als verbondshoofden, als model voor ons allen. Komt een beetje overeen met John Walton.
Deze wordt ook in het boek genoemd.

Persoonlijk denk ik dat de tekst uit Gen 2:7 iets bijzonders zegt wat nog niet eerder in de wereldgeschiedenis is voorgekomen en wat de heilsgeschiedenis inluidt. Dat kan heel lang geleden zijn geweest. Van den Brink noemt ergens vijfenveertigduizend jaar geleden.
Nu kan ik de grotten van Lascaux ook beter plaatsen. We waren er een aantal jaren geleden en maakte diepe indruk op me. Een aanrader om eens te bezoeken!

God blies dat mensenpaar de levensadem in. (sensus divinitatis)
Ik vertaal dat als de eerste paar mensen tussen al die andere hominiden, die iets Goddelijks kregen wat wederkerigheid zou opwekken. (iets soortgelijks staat op p 224)Een relationeel wezen richting de Schepper, die zich veel later in de geschiedenis (ik zou bijna zeggen: in een tempo zoals het de evolutie= ontwikkeling betaamt…..) bekend maakte als JHWH.
Het zijn allemaal langdurige processen. Gods tijd is niet onze tijd. ‘God zet steeds nieuwe stappen om de mens te laten beantwoorden aan Zijn bedoelingen’ (p 330)
Wanneer de mens een zelfbewustzijn heeft gekregen is het ook mogelijk dat hij bewust voor zichzelf kiest en in zonden valt, dus niet instinctmatig in de fout gaat. (zie ook van Veluw: ‘waar komt het kwaad vandaan’ p 391. Gek dat Dr. A.H. van Veluw bij van den Brink helemaal niet in beeld komt terwijl dat andersom wel het geval is.)

Het probleem van het lijden blijft ook wat liggen. Ook al geloof je in de zondenval, op welke manier dan ook, dan is het lijden dat de dieren hebben ondergaan al die eeuwen voordat de mens zijn intrede deed, niet echt verklaarbaar. Maar, zo schrijft hij, wij zijn ook niet in de positie om dat te kunnen beoordelen en uitspraken over te doen. (p166 en 328)
Dit is de meest adequate reactie van het sceptisch theïsme.

Een paar opmerkingen die bleven hangen:

Charles Kingsley: ‘we know of old that God was so wise that He could make all things; but behold, He is so much wiser than that, that He can make all things make themselves.’
‘we weten vanouds dat God zo wijs was dat Hij alles kon maken, maar Hij is zoveel wijzer dan dat, Hij kan alle dingen maken zodat die zichzelf maken.’

‘Onze evolutionaire ontwikkeling heeft ons ook tot de intuïtie gebracht dat onze zintuigen in het algemeen betrouwbaar zijn, dat ons geheugen ons gewoonlijk niet bedriegt en dat we via wetenschappelijk onderzoek de waarheid op het spoor kunnen komen. Als deze intuities nu waar zijn (en daar gaan we doorgaans van uit), waarom zou geloof in objectieve morele waarden en geloof in God, dat via hetzelfde soort natuurlijke processen tot stand kwam, dan misplaatst zijn?


Het boek staat bomvol voetnoten en die staan gelukkig niet achterin maar op elke bladzijde onderaan. Dat voorkomt veel geblader.
Meteen een oproep aan uitgevers om dit altijd zo te doen!
Of wel achterin maar dan doortellen van 1 tot 2000 ofzo.
Niet elk hoofdstuk opnieuw beginnen te tellen want dan raak ik de weg kwijt.

In ieder geval is dit een boek wat ik nog wel vaker zal pakken om weer eens stukken na te lezen.


01-09-17
Via het 'Logos-instituut' vond ik een artikel van Jan van Meerten. Onder dat artikel staan chronologisch alle reacties die zo her en der te horen en te lezen zijn over dit boek. Dat is best handig want ik kan niet alle kranten lezen.
Het wordt regelmatig aangevuld want de laatste woorden zijn nog niet gesproken over deze materie.
Zeker nu er van Prof. Dr. M.J. Paul ook een boek is verschenen - 'Oorspronkelijk'- met een tegenovergestelde mening.
Het Logos-instituut is opgericht door nogal ehh...fanatieke creationisten.
21-10-17
Sinds 11 oktober jl. hebben ze op Logos de mogelijkheid tot het reageren op artikelen afgesloten.
Een kwalijk teken.


dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

woensdag 23 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 – 1300 IIb Theologie en Filosofie


Verder met Averroes (1126 – 1198) en Thomas van Aquino. Over de laatste heb ik al eerder een blogbericht gewijd. Daar kwam Averroës zijdelings ter sprake.

Averroës was een invloedrijk persoon; kende de hele Koran uit zijn hoofd en was een Aristoteles kenner. Hij was kennelijk belangrijk genoeg om door Rafaël vereeuwigd te worden op het fresco ‘de Atheense school’. Even zoeken maar er is maar één meneer met tulband.
(Dat zal binnenkort ook wel weggepoetst worden, raar natuurlijk om oosterlingen altijd maar met een tulband te schilderen. / sarcasm)
Ibn Rushd of Averroës (latijn volgens ‘de groene amsterdammer’) werd geboren in Cordoba, in 1126 en kwam uit een juristenfamilie. Hij studeerde o.a. rechten, filosofie en medicijnen.
Cordoba en Bagdad waren de belangrijkste kalifaten naast Alexandrië, Damascus en Caïro.

Ibn Rushd is het meest bekend geworden door zijn 38 commentaren op Aristoteles en zijn reacties op Al Ghazali (1058 – 1111) Een geleerde met betrekking tot de Arabische wijsbegeerte uit Bagdad.
Hij werd bekend om zijn aanvallen op de wijsbegeerte: ‘doelstellingen van de filosofen’ en zijn ‘onsamenhangendheid (incoherentie) van de filosofen’.
Zijn ideeën heel kort:
We kunnen God alleen leren kennen door rituelen en gebeden; causaliteit is onzin, dat is alleen maar menselijke projectie; God is de bestuurder van alles en de wederopstanding betreft zowel het lichaam als de geest.
Honderd jaar later kwam Averroës hiertegen in opstand en schreef zijn ‘incoherentie van de incoherentie’.
(Wel grappig om op een site te lezen dat Al-Ghazali een fel tegenstander was van de ideeën van Averroës. Hij wist - honderd jaar eerder - helemaal niks van diens ideeën.)

Averroës was een rationeel denker.
a. Wanneer er in de Koran dingen staan die niet in overeenstemming waren met de filosofie/wetenschap dan moest er allegorische worden gelezen. Want twee dingen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. (Aristoteles)
Sinds de kwantummechanica kan dat geloof ik wel maar dat was toen nog niet aan de orde.
Hij schrijft daarover in ‘Het beslissende woord’: ‘Wij kunnen met zekerheid stellen dat als logische bewijsvoering leidt tot een conclusie die in strijd is met de letterlijke betekenis van de heilige tekst, er altijd ruimte is voor allegorische interpretatie volgens de in het Arabisch gebruikelijke regels van allegorische tekstuitleg.’
En even verder: ‘De reden waarom er letterlijke betekenissen zijn die elkaar tegenspreken ligt in het feit dat die een aansporing vormen voor ‘de stevig-staanden in kennis om te zoeken naar een allegorische interpretatie die beide betekenissen met elkaar verenigt.’
Verwerping van de causaliteit is verwerping van de kennis en impliceert een toevalligheid van de wereld en dat is weer een ontkenning van de wijsheid en intelligentie van God.
b. De ziel sterft niet maar gaat na de dood over in een grote eenheid van zielen en krijgt bij de wederopstanding een nieuw lichaam.
soera 16.125: “Roep op tot de weg van uw Heer door wijsheid (hikma) en door welwillende vermaningen, en als je redetwist, gebruik dan het schoonste betoog”.
Verder vond hij dat er drie benaderingen waren van de ene Waarheid:
1. De demonstratieve methode, geschikt voor wetenschappers en filosofen. Alleen geleerde heren konden de heilige teksten begrijpen en uitleggen.
2. De dialectica voor theologen en
3. de retorica voor de massa.
Volgenlingen van Averroes waren Siger van Brabant en Boëthius van Dacie.

Averroës heeft hedendaagse schrijvers en regisseurs geïnspireerd:
Salman Rushdie schreef het boek ‘Twee jaar, acht maanden en achtentwintig nachten’ (2015),
Jorge Luis Borges schreef een verhaal in zijn bundel ‘de Aleph en andere verhalen’ (1989), namelijk ‘het zoeken van Averroës ‘ en
Youssef Chahine regisseerde de film ‘de Weg’ of ‘Al-Masir’ (1997).


Thomas van Aquino wilde, net zoals Averroës, de ideeën van Aristoteles in overeenstemming trachten te brengen met zijn religie.
Averroës met de islam en Aquino met het christendom. Dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede. Maar van de ideeën van Averroës deugde niet veel volgens Thomas en hij schreef zijn ‘Tractatus de unitate intellectus contra Averroistas’ in 1270
a van hierboven: Want wanneer een theologische doctrine een tegenspraak bevat is ze eenvoudigweg onwaar. De dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede.
b. ieder individu heeft een eigen ziel, ook na de dood.
Thomas benaderde de theologie als wetenschap inductief: uit de zichtbare dingen kun je conclusies trekken over achterliggende principes.
De wetenschap gaat niet inductief, maar deductief te werk. Deductief is naar het bekende syllogisme van Socrates:
Alle mensen zijn sterfelijk - algemene regel major premisse
Socrates is een mens – bijzondere regel minor premisse
Socrates is sterfelijk – conclusie

Thomas voelde verwantschap met methodische twijfel van Abélard, maar toch vooral verwondering over het mysterie van God. En het probleem van het kwaad gaat hij te lijf in de stukken die we hebben gelezen.
Even heel kort een poging om het samen te vatten: Het kwaad wordt veroorzaakt door het goede; het kan nooit een eerste oorzaak zijn.
De Goddelijke voorzienigheid sluit het kwaad niet volledig uit vanwege secundaire oorzaken. Zoals bijvoorbeeld een kundig vakman slecht gereedschap gebruikt.
Er zijn gradaties in het goed en kwaad: ‘Men mag dus niet van de goddelijke voorzienigheid vragen dat ze de potentie om van het goede af te wijken helemaal van de dingen uitsluit. Uit deze potentie volgt echter het kwaad, want wat kan afwijken, zal uiteindelijk afwijken.’
Er is veel goeds wat er niet zou zijn als er geen kwaad was: rechtvaardigheid zou er niet zijn wanneer er geen misdaden waren en in de natuur zorgt het stervensproces voor nieuw leven.
Hij noemt ook de teksten die in de Bijbel staan die erop wijzen dat God de verantwoordelijke van alles is. (Jes 45:7 en Amos 3:6 en er zijn er nog wel meer; ik heb ze eens allemaal opgezocht)
Verder kwamen de vijf wegen van hem aan bod die ik hier al eens heb beschreven, en zijn beide summa’s die lange tijd leidend zijn geweest in de Rooms Katholieke kerk.

Wat niet aan de orde kwam – zit ik me nu te bedenken - is dat omstreeks diezelfde tijd als Averroës ook Maimonides (1138 – 1204)ten tonele verscheen in Cordoba. Waarschijnlijk zijn ze elkaar mis gelopen omdat Maimonides op tienjarige leeftijd verhuisde naar Marokko. Toch zal hij op latere leeftijd wel geïnteresseerd zijn geweest in de schrijfsels van zijn stadsgenoot.

Ik vond nog een paar mooie citaten van Averroës :
De wereld is verdeeld in mannen die humor en geen religie hebben en mannen die religie en geen humor hebben.
Onwetendheid leidt tot angst, angst leidt tot haat en haat leidt tot geweld.


Zo leer ik steeds weer wat meer tot ik op een dag de wereld om mij heen begrijp.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

vrijdag 8 mei 2015

Wetenschap en geloof 2


Het eerste deel staat hier.
Op de briefwisseling tussen Ds. Mensink en Prof van den Brink zijn nog weer van beide kanten reacties gekomen: eerst van van den Brink en als laatste een afsluitende van ds. Mensink. Jammer dat deze als afsluitend wordt gepresenteerd.

1. Sterke punten van van den Brink vind ik dat hij aangeeft dat ook de wet van de zwaartekracht geen wet is maar een hypothese waar uitstekend meegewerkt wordt en waar niemand aan twijfelt. Zo ook met de evolutietheorie. Het blijkt te werken in tal van andere wetenschappen dus waarom zou je eraan twijfelen? Het is een uitstekend, beproefd denkkader gebleken. Er is voldoende bewijs om deze theorie serieus te nemen.
2. Dat de geestelijke dood heel wat erger is dan een lichamelijke dood staat ook gewoon in de Bijbel waar Jezus zegt: vreest niet voor degenen die het lichaam doden maar veel meer Hem (Matt 10: 28) Die beide, ziel en lichaam kan vernietigen in de hel.
3. De structuur van de Bijbel: schepping via val naar verlossing en voltooiing wordt niet aangetast door de evolutietheorie.

Een ‘zwak puntgevoel’ krijg ik van van den Brink wanneer hij vertelt dat hij door de ‘Braambruggers’ enigszins op de vingers lijkt te zijn getikt. Hoe voelt dat voor een academicus? Ik heb dat ooit ook gemerkt bij Kuitert. Dat heeft toch een bepaalde impact op het ego van een mens. De onbewuste angst van de mens om niet serieus of dom bevonden te worden en de acties die daaruit voorkomen onderschatten we wel eens.
Verder die ‘hermeneutische sleutel’. Wanneer je de wetenschap gebruikt als uitlegkundige sleutel heb ik zo mijn twijfels. Dat is niet de bedoeling. Daar komt Mensink terecht weer op terug in zijn artikel.

Uit dit laatste artikel de sterke punten:
1. Een punt is de twijfel bij de orthodoxen die van den Brink aandraagt, en die geen theologen in het vakgebied ‘exegese en bijbelse theologie’ zijn.
2. Zijn kernbezwaar is ook terecht. Dat van die hermeneutische sleutel. We moeten niet vanuit de evolutietheorie de Bijbel willen gaan verklaren.
Daarom ben ik ook tegen een harmoniemodel. Waarom zouden we de evolutietheorie en de Bijbel in harmonie willen brengen? Dat moeten we helemaal niet willen want dan blijven we hangen bij het boetseren aan ‘de kruiwagen’ terwijl het gaat om de inhoud.
Een kruiwagen is een middel om inhoud te vervoeren.

De zwakke punten:
Zijn twijfel over de gevestigde kennis. ‘Kún je het wel echt kennis noemen als je theorie voor een groot deel bestaat uit aannames? Aannemelijkheid en waarheid zijn niet identiek.’
Tsja.... die 'aannames' zijn toch aardig onderbouwd en is de ‘kennis’ die uit de Bijbel naar voren komt wel gevestigde kennis of zijn het ook aannames?
Aan truien met gaten wordt met man en macht gewerkt om die gaten te dichten. Zeker ontstaan er weer nieuwe gaten maar daar wordt vervolgens ook weer aan gewerkt. Dat is de charme van de wetenschap. Zij ontkent het bestaan van gaten dan ook niet.
Verder: de schepping volmaakt? Dat dacht ik niet. De schepping was zeer goed. De schepping wordt vervolmaakt. We gaan niet terug naar een paradijselijke toestand maar naar een toestand van: God, alles in allen. 1Kor. 15:28.
Er zit een ontwikkeling in.
Dat noemen ze geloof ik, evolutie.




donderdag 22 maart 2018

Pierre Bayle



Pierre Bayle (1647 – 1706) was een filosoof waarvan ik nog nooit had gehoord. Hij komt in geen enkel filosofisch naslagwerk van mij voor behalve in voetnoten van ‘Oriëntatie in de filosofie’ van Prof. Dr. Gijsbert van den Brink uit 2000.
Maar dat komt meer voor; een filosoof die vergeten wordt totdat de tijd daar is dat hij wordt herontdekt en gewaardeerd. Dat is nu kennelijk het geval met Bayle.
Bayle, Fransman en Hugenoot, kwam als vluchteling samen met vriend Pierre Jurieu in Nederland wonen en stierf hier. Hij ligt nu begraven in Crooswijk.
Hij was bewonderaar van Erasmus en Spinoza en maakte hier vrienden voor het leven, waaronder Reinier Leers, een uitgever.



Wat is dan zijn onvergetelijke bijdrage aan de geschiedenis van de filosofie?
Behalve zijn pleidooien voor gewetensvrijheid en religieuze tolerantie is dat zijn ‘Dictionnaire historique et critique’.
Een naslagwerk bestaande uit zo’n zes miljoen woorden waarin een hoofdstuk over het kwaad een belangrijke plaats inneemt en de voetnoten op voetnoten vaak langer zijn dan de lemma’s.
Bayle was niet geïnteresseerd in het bouwen van filosofische systemen maar meer in filosofische problemen.
Ik kan me er veel bij voorstellen.
Hij was ook degene die Leibnitz inspireerde tot het schrijven van zijn Théodicée in 1710 en was iemand waarin de contouren van het Verlichtingsdenken merkbaar werden. Allemaal achteraf bezien natuurlijk.
Hij was voor tolerantie en voor de vrijheid van het geweten. Geloofsvervolging creëert hypocriet gedrag en dat is in tegenspraak met de Bijbel. Hij heeft dat waarschijnlijk allemaal persoonlijk zien gebeuren.

Voor mijzelf kwam er wel een eyeopener in de vorm van de aanzet tot de Verlichting. Waarom ontstond die Verlichting eigenlijk? Door al die godsdiensttwisten! Dat hoor je op christelijk scholen niet.
Ook de reformatie heeft niet kunnen voorkomen dat de intelligentsia er genoeg van kreeg; al dat gehakketak over religieuze kwesties. Eerst het gedoe met de inquisitie in Spanje en Portugal, later met de Joden in diezelfde landen, daarna de Reformatie met de nodige vervolgingen van de Hugenoten en ga zo maar door.
Maar goed, dat was iets wat ik mij zo tussendoor zat te realiseren terwijl ik aanhoorde dat Bayle vond dat religie de samenleving verdeelt en dat de wetenschap die juist verbindt.
En zo werd en is de wetenschap geworden wat religie had moeten zijn.
Dat is voor mij iets om bij stil te staan. Waarom hebben wij, christenen het zover laten komen en zal zich dat ooit weer herstellen?

Bayle was dus een protestants vluchteling, maar volgens hemzelf ‘un protestant compliqué’ en volgens velen een atheïst.
En volgens weer anderen een sceptisch fideïst.
Die houding kom ik ook wel tegen wanneer ik van de apologie gebruik maak om mijn geloof te onderbouwen. Het is voor mij een wat luie houding om maar niet over de dingen na te hoeven denken. Toch denk ik ook vaak zo en bekruipt mij het gevoel dat het misschien toch wel de houding is die je het langst kunt volhouden tegenover ‘de grote boze buitenwereld van onbesneden Filistijnen’.
Een totale boedelscheiding van geloof en rede. Maar hoe ga je dan om met de opdracht om te geloven, juist ook met je verstand?
Een fideïstische uitspraak die ik ook wel eens heb gebruikt in een discussie, - en waarvan ik niet wist dat het fideïsme was - is bijvoorbeeld:
‘Het geloof is zo absurd. Dat moet wel waar zijn want zoiets kun je niet verzinnen.’ (‘credo quia absurdum’ van Tertullianus.)

Pierre Bayle vocht tegen bijgeloof, (is erger dan niet geloven) schreef daarom in 1682 zijn 'lettre sur la comète’ over de komeet van Halley die pas was langsgekomen en waar allerlei voorspellingen aan werden opgehangen.
Ach, er is niets nieuws onder de zon.

In 1684 richtte hij de ‘Nouvelles de la Republique des Lettres’ op; een populair wetenschappelijk tijdschrift. Als reactie op het oprichten van de Royal Society in Engeland in 1681?
Hij heeft nooit Nederlands leren spreken, is nooit getrouwd en stierf alleen.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.









dinsdag 21 mei 2013

Evolutie en Goddelijk gezag

Dit blogberichtje staat al lang op stapel; het kwam er maar niet van…

Op 30 januari stond er weer boeiend leesvoer in het RD van meneer de Wit, voorzitter van stichting De Oude Wereld uit Urk:
Voor wie evolutie voor waar aanneemt, heeft de Bijbel zijn goddelijke gezag verloren. De Wit windt er geen doekjes om. Hij signaleert dat de evolutiegedachte bij reformatorische jongeren binnen sijpelt als een traag werkend vergif. „Door onderwijs en media worden ze langzaam losgeweekt van de Bijbelse leer. Geleidelijk aan beïnvloedt het evolutie idee hun wereldbeeld, waardoor de Bijbelse waarheden aan zeggingskracht verliezen. Ouders beseffen niet wat de gestage drup met hun kinderen doet.”
De christelijke gereformeerde Urker verbaast zich erover dat de reformatorische voormannen daaronder zo lauw kunnen zijn. „Voor hun ogen voltrekt zich een verandering die kan leiden tot kerkverlating, en zij houden zich bezig met theologische hoogstandjes tot op de millimeter.”
Het gaat volgens De Wit om wezenlijke zaken. „Ik zie jongeren onder invloed van de evolutiegedachte worstelen met wezenlijke waarheden, zoals de historische Adam, een werkelijk paradijs en de feitelijke zondeval. Als dat mythen zouden zijn, is Christus voor niets gestorven en is de heilsgeschiedenis zinloos.”
© Reformatorisch Dagblad | Pagina 15 | 30 januari 2013

Deze meneer stelt dat voor wie evolutie voor wáár aanneemt, de Bijbel het goddelijke gezag heeft verloren. De evolutiegedachte sijpelt het brein van refojongeren binnen ‘als traag werkend vergif’ en door de media en het onderwijs worden ze langzaam losgeweekt van de Bijbelse leer.
Om met een taalgrapje te beginnen:
van Dale: evo•lu•tie (de; v; meervoud: evoluties) 1 geleidelijke ontwikkeling of groei.
Dan krijg je: “Voor wie een ‘geleidelijke ontwikkeling of groei’ voor waar aanneemt, heeft de Bijbel zijn goddelijke gezag verloren.”
Maar ook:
De Evolutiegedachte is een “traag werkend vergif; jeugd wordt langzaam losgeweekt”…”.geleidelijk aan beïnvloedt de ‘geleidelijke ontwikkeling’ hun wereldbeeld”..... “Voor hun ogen voltrekt zich een verandering.....gestage drup.....”

Wie heeft het hier nu over evolutie?

Oké, nu weer serieus. De eerste zin stoorde me al weer verschrikkelijk. Het gaat natuurlijk over de evolutietheorie versus scheppingstheorie en hopla, meteen wordt weer een groep gelovige mensen weggezet.
Kijk, dat iemand anders denkt dan ik, dat begrijp ik. Ik begrijp ook nog dat anderen mij soms niet begrijpen. Daar heb je van die handige tools voor: het gesprek/dialoog.
Want niet die andere ideeën zelf maar zo’n veroordelende kokerblik ......dáár zal ik me altijd tegen blijven verzetten. Dat blijf ik verschrikkelijk vinden.

Waarom zou het Goddelijke gezag verdwijnen bij een niet letterlijke lezing? Is er iemand die mij dat nu eens stapje voor stapje logisch kan uitleggen? Bij mij is dat namelijk niet gebeurd.
Wat is exact die Bijbelse leer? Wat zijn Bijbelse waarheden? Zijn Bijbelse waarheden pas waar en alleen waar wanneer ze letterlijk worden gelezen? Wat een armoe.
Wat is er zo erg aan ‘mythen’ en waarom zou Jezus dan voor niets zijn gestorven?
Ik begrijp er niets van.
Om nog maar eens de definitie van ‘mythe’ van H. van Praag te citeren die naar mijn mening klopt (elke discussie begint tenslotte met goed definiëren):
“de mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”
Of van J.J.R Tolkien: “De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.”
Dan is er naar mijn mening niets mis met de combinatie schepping/mythe.

De manier van denken in de wetenschap heel anders dan in de theologie. In de wetenschap is het een sport om elkaar vliegen af vangen en in de theologie heet dat ‘ongeestelijk’ te zijn.
In de theologie ligt heel veel vast; in de wetenschap worden voortdurend nieuwe ontdekkingen gedaan en ligt alles open en wanneer je dingen beweert moet je met bewijzen komen die voldoen aan de wetenschappelijke criteria.
Dat is in de theologie niet het geval. Daar voltrekken veranderingen zich echt uiterst langzaam.
Ik heb A. van den Beukel gelezen. (De dingen hebben hun geheim) en geloof ook best wat hij (op pagina 154 van de 18e druk 2001 Ten Have; wat handig dat ik aan belangrijke pagina’s een goudkleurig paperclipje bevestig) beweert dat wetenschappelijke ervaringen in theorie controleerbaar zijn maar dat de praktijk uitwijst dat het zelden gebeurt vanwege gebrek aan middelen, deskundigheid en tijd plus de meestal hoge kosten die dat met zich meebrengt.
Daardoor is de wetenschap gevoelig voor corruptie en dat heeft de tijd ook wel uitgewezen.
Bijvoorbeeld de ‘Piltdown mens’, het Softanon drama. Maar dan nog.
Je kunt deze twee ‘takken van sport’ niet vergelijken. De regels die in de wetenschap gelden kun je niet klakkeloos toepassen op de theologie en andersom. (dus.... net NOMA-principe )
Het is voor mij duidelijk dat de evolutietheorie de meest plausibele verklaring van dit moment is op grond van de opgedane kennis op verschillende terreinen.
Ik durf ook nog wel te beweren dat wanneer de Bijbel als wetenschappelijk boek wordt gebruikt, dat pas erg ongeestelijk is.

In de Times van 10-09-10 stond een mooie opmerking van Jonathan Sacks, de hoogste rabbijn van Groot Brittanië die aansluit bij dat NOMA- principe (misschien heb ik 'm al eens gebruikt):

"There is a difference between science and religion. Science is about explanation. Religion is about interpretation. Science takes things apart to see how they work. Religion puts things together to see what they mean. They are different intellectual entreprises...

It is important for us to understand the misinterpretation Professor Hawking has made, because the mutual hostility between religion and science is one of the curses of our age, and is damaging to religion and science in equal measure."



zaterdag 25 april 2020

De Bijbel


In dit geval geschreven door John Barton (1948) in 2019
en dan niet de Bijbel zoals we die kennen maar een boek óver de Bijbel.
Originele titel: ‘A History of the Bible: The Story of the World’s most Influential Book’
Barton laat in dit boek zien hoe de Bijbel zoals wij die kennen is geëvolueerd (oei, beladen woord) uit wetboeken, geschriften en brieven.
Ook Barton kijkt, net als Pagels met wetenschappelijke ogen. In de conclusie schrijft hij : “Net als in de rest van dit boek ga ik er niet van uit dat de lezers zelf gelovig zijn, alleen dat ze benieuwd zijn naar de plaats van de Bijbel in het geloof.”
Ik ben gelovig maar ook nieuwsgierig, dus kennelijk behoor ik niet helemaal tot de doelgroep van Barton. maar ik zie de Bijbelwetenschap als iets anders dan het geloof dat ‘de Heilige Schrift alles bevat wat nodig is voor verlossing.’
In mijn brein geeft dat geen problemen. Het zijn twee verschillende afdelingen. Een beetje zoals Spinoza dat ervoer: de betekenis van een tekst of het waarheidsgehalte zijn twee verschillende dingen.


Ik las weer een digitale editie naar de eerste druk want het is weer een dikke pil en als boek even te duur. Misschien een keer op de tweedehandsmarkt.
Het markeren en notities maken gaat me op de e-reader ook steeds gemakkelijker af. Er zijn dan ook weer heel veel stukken gemarkeerd.
Maar hoe krijg ik nu weer een samenhangend geheel. Pffft.
Het is een naslagwerk om te kauwen en weer eens stukken te lezen en te herkauwen.

In vier delen:
1. Het Oude Testament,
2. het Nieuwe Testament,
3. de Bijbel en zijn teksten en
4. De betekenissen
De vier delen bestaan weer uit verschillende hoofdstukken en daarin beschrijft Barton de geschiedenis van het Boek der Boeken.
Hoe uit de verhalen, mythen, gedichten, profetieën en spreuken een geheel ontstond. Wat kunnen we weten van de schrijvers en wat juist niet. Hoe zit het met de inspiratie van de Heilige Schrift, met zijn verspreiding en met al die vertalingen die we inmiddels hebben.
Wat werd eraan gerommeld, met goede bedoelingen natuurlijk, maar toch. *
Soms om het wat meer 'Christologisch' te laten kloppen? Dat idee heb ik gekregen bij psalm 22.
Iedere vertaler brengt zijn eigen context mee.
Het is niet een in beton gegoten geheel maar de Bijbel die we nu kennen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Van boekrollen tot codices.
En er waren zoveel handschriften.
Wat was de invloed van ‘kerkvaders’ zoals Hieronymus, Origenes, Marcion, Luther en Tyndale. Van geschiedschrijvers zoals Josephus en Philo en van filosofen zoals Erasmus en Spinoza.
Hebben we nog iets gemeenschappelijks met de Joden en wat dan; met de Rooms Katholieken met hun Traditie en wat dan; de betekenis van de reformatie en nog veel meer.
Een bloemlezing van wat mij opviel en het besef dat dit de wetenschap is tot nu toe en dat ook niet alle wetenschappers het altijd met elkaar eens zijn:

1. Het Oude Testament.
Geschreven in de achtste eeuw BC en Prediker en Daniel in de tweede eeuw BC. De verhalen zelf zijn ouder maar hoe een orale traditie verliep is niet volledig helder te krijgen.
Het is de vraag of Mozes de schrijver was van de Pentateuch, men denkt ook aan Ezra.
Het dateren van Bijbels materiaal is enorm moeilijk; de oudste manuscripten zijn de Dode-Zee rollen uit de tweede eeuw BC.
Er is de Menerptah stele waarop Israël wordt genoemd maar dat is ook het enige in de Egyptische teksten.
Hier had ik ook al het e.e.a. op een rijtje gezet.
In het huidige Irak zijn kleitafelteksten gevonden, de Murashuteksten over een Joodse familie ten tijde van de Babylonische ballingschap. 538 BC. Dat zijn leuke weetjes.

De bloeitijd van de Joodse literatuur ligt iets eerder dan de klassiek periode van de Grieken en later dan de Egyptische en Mesopotamische teksten zoals het Gilgamesj Epos.
Barton schrijft uitgebreid over de teksten en hun verschillende stijlen. Over de profeten, wijsheden, psalmen en apocriefen. Over de Talmoed en de Midrasj.
In het OT draait het uiteindelijk om de verhevenheid van God, de autoriteit van Mozes, en de centrale plaats van de Thora.
Over de Goddelijke Inspiratie van de Bijbel en de onfeilbaarheid, over rabbijnen en kerkvaders met hun invloeden.
Origenes bijvoorbeeld vond het al getuigen van domheid om de schepping letterlijk te lezen.
Hij was dol op allegoriseren.

Ook Barton heeft zo zijn twijfels bij de gepersonifieerde wijsheid in het Spreukenboek. Ik schreef daar al eerder over.
Men leest daar altijd Christus in, waarschijnlijk gebaseerd op de Griekse tekst maar het Hebreeuws geeft daartoe geen reden. Het gaat gewoon over wijsheid. Je kunt kennelijk ook te Christologisch lezen.

2. Het Nieuwe Testament
Aandacht voor de datering, en stijlen De brieven van Paulus – tussen 40 en 60 AC - die ouder zijn dan de evangeliën en niet allemaal door hemzelf geschreven.
De triniteitsformule bestond al bij Paulus. (2 Kor 13:13) Werd later een dogma. Gedoe bij Erasmus over het ‘Comma Johanneum’.

De chronologie die binnen de brieven naar voren komt en die in het boek Handelingen beschreven wordt klopt niet.
Heeft Paulus nu 1x in de gevangenis gezeten of verschillende keren? Hoe belangrijk is dat?
Hoe zit het met de tegenstrijdigheid in de gehoorzaamheidteksten van de vrouw?
Volgens de NRSV zijn er zinnen aan toegevoegd zoals 1 Kor 14: 33b – 36 en heeft dat tussen haken geplaatst omdat het niet overeenkomt met eerdere uitspraken van Paulus.
Is de Colossenzen brief nu wel of niet door Paulus geschreven? Volgens Barton wel en volgens G. H. van Kooten in ‘Paulus en de kosmos’ in 2002 niet. (p 130) Nou ja, dat moeten de geleerde heren zelf maar uitvechten.
De Hebreeënbrief is in ieder geval niet van Paulus, dat is al door Origenes aangetoond. Later weer niet geaccepteerd natuurlijk (King James en onze Staten Vertaling) en nog weer later weer wel.
Konden Petrus en Jakobus als Aramees sprekende ongeletterden zulke brieven schrijven in het Grieks? Ook best een dingetje, ja.
Dat onder pseudoniem schrijven om gewicht aan een geschrift mee te geven was meer normaal dan nu.

Het synoptische probleem van vier verschillende evangeliën komt aan de orde; door wie en wanneer geschreven. Andere evangeliën, zoals van Petrus en Thomas zijn sowieso jonger.
De invloed van het Hellenisme wat alles en iedereen in die tijd beïnvloedde: In de Hebreeuwse bijbel is de onsterfelijkheid van de ziel niet duidelijk terug te vinden. Daar ben ik ook al eens tegen aan gelopen.

3. De Bijbel en zijn teksten
De Dode-Zee rollen zijn een belangrijk bron gebleken.
Wanneer is de canon ontstaan. Aan het einde van de tweede eeuw was er al een soort van consensus over de boeken binnen de canon. Dat was rond de tijd van Origenes. (185 – 253 )
Door Athanasius werd dat proces officieel bekrachtigd. De beruchte paasbrief van hem uit 367 AC. Het fragment van Muratori lijkt dat te bevestigen.
Niemand koos boeken of geschriften uit; ze werden gelezen, verdedigd en werden belangrijk.
Nog een oud geschrift onder vele anderen is de Didachè.

De verschillen in handschriften wordt aan de hand van voorbeelden uit de doeken gedaan
De uitspraken van Jezus over de echtscheiding bijvoorbeeld. Wat de oorspronkelijke vorm was is niet meer te achterhalen. In ieder geval kunnen we er van uit gaan dat Hij de vrouwen wilden beschermen tegen uitbuiting. Dat past inderdaad bij Zijn wezen, denk ik.

Van de Hebreeuwse Bijbel (OT) is één zorgvuldig beheerde tekst en dat is de Codex Leningradensis. Geschreven door de Masoreten in 1008.
De Dode Zee rollen, later gevonden maar ouder van datum staan dicht bij deze tekst.
De Septuagint, een Griekse vertaling van het OT uit de tweede eeuw BC die na verloop van tijd minder ‘Joods’ en meer ‘Christelijk’ werd.
Dus je beroepen op precieze teksten tijdens een discussie is een hachelijke zaak. Maar dar was ik zelf ook al achter gekomen. Vertalen is verliezen, per definitie.

4. De betekenissen
Voor Joden is de Bijbel geen boek over onheil en redding maar meer een van God ontvangen leidraad voor het leven. Joden en Christenen interpreteren daardoor heel verschillend en ontwikkelden zich op verschillende manieren .
De val van de mensheid komt behalve in Genesis nauwelijks voor in de Hebreeuwse Bijbel.
Ook volgens Bonhoeffer is ‘het geloof van het Oude Testament geen religie van redding’.
Volgens Joden kan elke passage bijdragen aan interpretaties van andere passages. Context doet er niet toe. Midrasj, het interpreteren en uitleggen komt in alle geschriften voor.
Je hebt ook nog pesjat, remez, derasj en sod. Die kende ik al.

Een aantal rabbijnse aannames over de Bijbel:
1. De Bijbel is een cryptische tekst
2. De Bijbel is altijd relevant
3. De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden (midrasj richt zich erop om de verschillen met elkaar te verzoenen)
4. De Bijbel is door God geïnspireerd.
Veel overeenkomsten dus met de Christelijke manier van uitleggen. Zij gaat er ook van uit dat de Bijbel een geheel is. Nu dan inclusief het NT. Origenes en Augustinus waren belangrijke uitleggers.
Verder ging zo ongeveer elke zichzelf respecterende theoloog/filosoof de Bijbel vertalen.
Dat gaat nog steeds door. En ieder weer met die eigen context.
Maarten Luther bedacht, behalve allerlei goede dingen, dat de Bijbel zijn eigen interpretator is. Dat kwam/kom ik op fora ook wel eens tegen en begrijp er niets van. De Bijbel zou zichzelf uitleggen?
Dan snap ik niet waar we al die theologen voor nodig hebben.
Zo gaat Barton de middeleeuwen door, de Verlichting en daarna. Het is teveel voor een staccato blogbericht als dit.
Een ieder leze zelf.




* een voorbeeld. Om polytheïsme tegen te gaan?
Deut 32 : 8 HSV
Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal Israëlieten.

Septuagint:
Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal goden.

Zie ook Adam, Eva en de Duivel.


woensdag 25 juli 2018

Hoeveel waarheid heeft de mens nodig


Geschreven door Rudiger Safranski (1945) in 1990. Ik las een E-book uit 2017.
Ondertitel: ‘over het denkbare en het leefbare’.
Eerder las ik zijn boek ‘Het kwaad’ en ontdekte dat hij heel prettig schrijft en dingen weet uit te leggen.

De titel was een ander aantrekkelijk gegeven. Hoeveel waarheid heeft de mens nodig. Heeft de mens waarheid nodig om te kunnen leven? Moet een mens niet gewoon in waarheid leven? En wat is dan waarheid? Pilatus wist het al niet, weten wij het nu wel? Kunnen we het na tweeduizend jaar filosofie omschrijven? Zoeken we nog steeds?
Dat waren zo de vragen die bij mij opborrelden.
De titel van het boek is een vraag van Nietzsche zo blijkt uit het boek.

In een Chinees sprookje verdwijnt de schilder in zijn eigen schilderij. De omstanders blijven achter. Dat is de utopie van de waarheid: het samenvallen van het zelf met de wereld.
Safranski stelt de vraag: 'hoe kun je leven in een wereld die niet van jezelf is, met een vrijheid waarvan je niet precies weet of ze een vloek of een zegen is'. Niet je ‘zijn’ stelt waarheidsvragen maar je bewustzijn.
Volgens Safranski bestaat de Waarheid niet. Elke vorm van waarheid is relatief, omdat de waarheid niet in de dingen zelf ligt, maar in het geloof dat een bepaalde theorie waar is.

Hoe deden Rousseau, Kleist en Nietzsche dat? Welke overeenkomst hebben deze drie mannenbroeders.
Hij schetst hun eigenzinnige denkbeelden maar helaas liep het met alle drie niet goed af.
Het blijkt dat geloof in absolute waarheden eigenlijk een uiting is van `angst voor de vrijheid'.
Wanneer die absolute waarheden onderuitgaan wat hou je dan over?

Rousseau gaat ervan uit van de waarheid dat de mens in principe goed is, dan is het een kwestie van zoeken naar een zuivere houding ten opzichte van jezelf, binnen, en naar ‘buiten’; de natuur. Maar die ander, die zo anders is, is er ook nog. Het ‘zijn’ van de ander is een ondoordringbaar en bedreigend ‘buiten’.
Kleist is ook zo’n getormenteerde ziel. Vertrouwend op de waarheid van de wetenschap, maar wordt hierin volgens hemzelf gestoord door de filosofieën van Immanuel Kant waarin hij aantoont – weer volgens Kleist en dat weer volgens Safranski - dat we alles alleen door de bril van onze subjectiviteit zien en er dus geen objectieve waarheid kan bestaan. De waarheid van Kleist stort in elkaar en hij verlangt naar rust maar wordt hierin dwarsgezeten door zijn ambitie om toch iets te betekenen in de buitenwereld. Hij is eerzuchtig.
Hij stort zich op de kunst; zijn verbeeldingskracht en schrijft o.a. tragedies en gedichten.
Uiteindelijk neemt hij wraak op het leven door middel van zijn laatste geënsceneerde stuk: zijn zelfmoord samen met Henriette Vogel.
Over Nietzsche schrijft Safranski: ‘Nietzsche wilde het leven vinden met behulp van het denken en heeft daarbij een denken uitgevonden dat het leven verwoest.’
Het gaat in grote lijnen bij alle drie op dezelfde manier: het omkomen in zelfgemaakte beelden en waarheden. Zij hebben zich in zichzelf begraven.
Dat leidt dus tot niets.

Dan gaat Safranski verder met een globale lezing van de traditionele metafysica die ook uitnodigt om te ‘verdwijnen’ maar dan naar een gemeenschappelijk thuis. Niet alleen de schilder moet in het schilderij verdwijnen maar ook de omstanders.
De metafysica wil het denken stimuleren door een stap verder te zetten; de fysica boezemt de mens angst in maar er is een ‘andere wereld’, die van het geestesoog en het geestesoor.
Er is iets hogers dat ons draagt. God is de absolute vrijheid en liefde.
En De Waarheid volgens mij. Er kan maar één waarheid bestaan, los van wat wij als mensen er van maken.
Dat is, lijkt mij, een rots waar je op kunt bouwen.
In het kielzog hiervan is in de christelijke metafysica de mens niet iemand die kennis nodig heeft maar veeleer liefde. ‘Liefgehad-worden is een voorwaarde om te kunnen bestaan’.
Maar hoe zit dat dan met de natuur waarvan we nu weten dat die zo is ingericht dat ze zichzelf zonder liefde in stand houdt?

Zo ontstaat het moderne wereldbeeld na de scheiding van geloof en rede. Ingezet bij Descartes – de enige zekerheid is de daad van het denken – via Kant – de rede kent haar grenzen niet; kan er alleen maar over reflecteren en we conformeren de werkelijkheid aan onszelf - en het Duitse idealisme; dat toch weer streeft naar een eenheid van de tweedeling. Tussen uiterlijk en innerlijk mag geen fundamenteel verschil bestaan. (Fichte, Schelling, Hegel)
Na een hoofdstuk over de metafysica en misdaad met Hitler en Goebbels in de hoofdrol ook een mooi stuk over Franz Kafka en de hoofdrolspelers in zijn boeken.

Voor Kafka is vrijheid nu juist het zich terugtrekken in zijn eigen wereld. Daarin vind hij zijn overeenstemming met zichzelf en de wereld. Dat sprak me wel aan. Sociale conventies kunnen zo vervelend zijn.

Tot slot heeft de politiek alleen maar de opdracht om vrijheid te faciliteren, voor vrede en welvaart te zorgen. Het buiten.
En niet zoals het Nationaal socialisme voorstond een (politiek) kunstmatig binnen te creëren in de vorm van het Duitse Rijk en het buiten als vijand te zien.
De cultuur kent de hartstochten, de liefde en de verlossing. Het binnen, zoals bij Kafka.
In deze twee werelden kunnen leven, met gescheiden waarheidssferen, is een levenskunst.

Een (lange) zin om over na te denken:

‘Het gebod om consequent te zijn, dat het denkbare en het leefbare in een eenheid zonder tegenspraak wil omzetten, kan tot verarming of verwoesting van het leven leiden. Het leven verarmt als je onder invloed van het gebod om consequent te zijn alleen durft te denken wat je ook meent te kunnen leven. En aangezien het leven altijd een leven met andere mensen is, en daarom op compromisvorming blijft aangewezen, zul je alle compromissen, alle overeenkomsten die je in het sociale verkeer sluit, ook al aan je eigen denken opleggen. Zo komt het tot deze paradoxale situatie: niemand is zichzelf, iedereen is als de ander. Het leven wordt verwoest als je, onder invloed van het gebod om tot elke prijs consequent te zijn, ook als het tot verwoesting leidt, iets wilt leven alleen omdat je het bedacht hebt.’


dinsdag 9 april 2013

De Bonobo en de tien geboden.

Immanuel Kant:
'Twee dingen vervullen de geest met steeds nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, hoe vaker en langduriger het denken zich ermee bezighoudt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.' (Kritiek van de praktische rede)

ondertitel van dit boek: Moraal is ouder dan de mens.
Geschreven (2013) door Frans de Waal, een bioloog die is gespecialiseerd in primatologie en ethologie (gedragsbiologie). Hij is ook hoogleraar psychologie.
Via Google is er genoeg over hem te vinden.
Toen ik de titel las borrelde de opmerking van Kant in mij op en jawel, - eigenlijk onvermijdelijk - ook in het boek kwam ik hem tegen.
Al lang wilde ik eens een boek van hem lezen. Zelf ben ik ook geïnteresseerd in het leven van apen, die het meest met ons zijn verwant. Vooral bij de opvoeding las ik veel daarover en keek tv-programma’s over o.a. Jane Goodall. Deze dame is ook primatoloog en etholoog en heeft ook veel onderzoek onder primaten op haar naam staan.
Haar onderzoeken waren de reden dat ik mijn kinderen borstvoeding gaf tot ze met de pot konden mee-eten, ze lagen in de wieg naast mijn bed of in de kinderwagen in de kamer waar ik mij bevond en ik droeg ze ook heel vaak, net als de apen, met mij mee in een draagzak. Een baby na de geboorte heel alleen in een andere kamer opbergen vond ik barbaars.
Eigenlijk vond ik het ook gewoon logisch om ze dicht bij mij te houden, net zolang tot ze zélf aangaven dat ze alleen konden zijn en het besef hadden dat ik wel ergens in de buurt was. Bij zoon nr 2 was dat slechts enkele weken voordat hij naar de kleuter-, wat nu basisschool is, ging.
Maar ja, ik besef nu, wanneer ik al die rennende moeders zie, dat ik mij in een luxe positie bevond waarin dat mogelijk was. Wanneer ik toch oppas nodig had was dat ‘een aap van dezelfde stam’.
Nu doe ik weer hetzelfde maar dan als oppas- oma-aap. *grinnik*
Kleinzoon ligt naast mij in een bedje terwijl hij in slaap zakt door het gerikketik op het toetsenbord. Af en toe draai ik mij en knik eens vriendelijk naar hem wat wordt beloond met een brede lach en *churrr* - *churrr* geluidjes.
Maar oké, de Bonobo en de moraal.
Volgens de achterflap hebben wij, mensen geen religie nodig om medelijdend, zorgzaam of rechtvaardig te zijn; kortom een moraal te hebben. Want Bonobo’s hebben dat ook.
In het boek schrijft Frans hier enthousiast over met prachtige onderzoeken en voorbeelden. Het is een bere….. nee, een ape-leuk boek. Ondertussen verwijst hij regelmatig naar de schilderijen van Jeroen Bosch, zodat je daar ook nog weer eens goed naar gaat kijken. Volgens hem was Bosch een humanist avant la lettre en een voorloper van het surrealisme. Dat geloof ik graag.
In zijn dankwoord legt Frans uit waarom hij dit boek over primatengedrag, godsdienst en humanisme schreef. Door zijn onderzoek naar samenwerking en conflictbeheersing bij primaten is hij gaan nadenken over de evolutie van de empathie en uiteindelijk de moraal.
Omdat voor veel mensen religie en moraal niet los verkrijgbaar zijn wil hij daar zijn bevindingen en gedachten tegenover zetten.
Zelf is hij niet religieus maar ziet wel het belang ervan in. Dat legt hij allemaal netjes uit. Het is dan ook een verademing om een populair wetenschappelijk werk van een atheïst te lezen die zich niet afzet tegen religie. Hij stelt ook de vraag welk alternatief er is wanneer religie zou verdwijnen:
“Misschien is religie wel een schip dat ons over de oceaan heeft gebracht en ons in staat heeft gesteld grootschalige samenlevingen met een goed functionerende moraal te ontwikkelen. Nu er land in zich is zeggen sommigen dat het tijd is om van boord te gaan, maar wie zegt dat het land zo stevig onder de voeten als het eruit ziet?” (p 244)
En iets eerder op dezelfde pagina:
“Het is een gegeven dat religie veel te diep in ons zit ingebakken om ooit te worden uitgeroeid en dat historische pogingen om dat met geweld te doen ons alleen maar ellende hebben gebracht.”
Maar nu over de apen waar het eigenlijk om draait: apen zijn (meestal) vredelievend, hebben een empatisch vermogen, zijn altruïstisch, kunnen conflicten beheersen en problemen oplossen. Ze kunnen plannen, hebben een rechtvaardigheidsgevoel en onderlinge sociale regels waaraan iedere aap wordt geacht zich te houden.
Dat is door onderzoeken komen vast te staan en Frans vertelt dat allemaal met prachtige voorbeelden. Zoals:
twee jongeren vechten om een tak, moeders komt eraan, pakt de tak af en breekt hem als een wijze Salomo doormidden en geeft ieder een helft terug.
Borie, een oude aap met waarschijnlijk oorontsteking bedelt om een spiegeltje wat op tafel ligt en gaat vervolgens met een strootje, al kijkend in het spiegeltje in haar oor zitten peuteren.
Een chimpansee kreeg de keus tussen twee manieren om sinaasappelsap te krijgen. Ze konden een pak naar zich toe trekken met een hark of het opzuigen met een rietje. Alleen…..de chimp had deze hulpmiddelen niet. In een hok ernaast zat een andere chimp die de keuze had over allerlei hulpmiddelen. Hij wierp een blik op de situatie en reikte door een gat het juiste hulpmiddel aan.

Wat ook leuk is: Frans is ook enigszins voorstander van het NOMA-principe van S.J. Gould wat ik ook aanhang. Het principe van de Non-Overlapping Magisteria oftewel: religie en wetenschap zijn twee verschillende dingen die elkaar niet behoeven te bijten. Maar het membraan is semipermeabel. Met die aanvulling kan ik het ook eens zijn.
Een paar vragen die voor mij overblijven:
Ik weet dat het onderzoek op deze manier nog niet zo heel oud is maar ik ben zo nieuwsgierig of er ook een vorm van evolutie in de (andere) primaten is waar te nemen. Als mensen hebben wij, denk ik, een beeld van onze ontwikkeling. Is zo’n ontwikkeling ook al vast te leggen bij onze verre neven en nichten?
Vervolgens: Draait religie alleen om moraal? Het draait toch ook om onderwerpen als doelen en zingeving? Om bewustwording, om inzicht/verdieping en om een relatie te hebben met je Schepper?
Geloven, geen religie, is veel meer dan alleen moraal, het is ook relationeel.
Mensen die religie willen afschaffen, of ze dat nu proclameren met veel bombarie of heel vriendelijk, begrijpen het gewoon niet.


Na dit schrijven stuitte ik via google (want ik ga dan altijd lezen wat anderen over het boek zeggen) op een uitzending van DWDD op 22 maart waar Frans aanwezig was. Ik vraag me af of hij zich daar op zijn gemak voelde; ik heb niet die indruk maar daar vraagt Theo Maassen aan het einde ook of apen zijn uit-ge- evolueerd.
Het antwoord van Frans: “Wanneer we ze de kans zouden geven, maar ze worden helaas zeer bedreigd , gaat hun ontwikkeling gewoon door.
De genetische gegevens geven zelfs aan dat chimpansees meer veranderingen hebben doorgemaakt sinds het punt dat wij van hen gescheiden zijn dan wij.”
Maar wat zegt dat? Ik zie apen nog niet in een raket naar de maan gaan of in pak met stropdas en tas in de hand in een gebouw met veel ramen kruipen om rond een tafel te gaan zitten babbelen. Laat staan dat ze in een ordelijke groep met een aap ervoor, zwaaiend met een boomtakje een deel van de derde symfonie van Brahms ten gehore zouden kunnen brengen.
Dat we onze verre familie altijd onderschat hebben, daar ben ik wel van overtuigd geraakt.
En dat geldt ook voor een aantal andere dieren, die zijdelings worden genoemd.

Dat wij de moraal niet hebben uitgevonden is op deze manier ook aangetoond. Maar zoals zoveel dingen denk ik dat de mens het intellect en de mogelijkheden van de Schepper heeft gekregen om de moraal in woorden en regels te vatten, (Zie daar......tien geboden en nog het een en ander) en de mogelijkheid om ze te 'universialiseren'.

PS: en ook heeft de mens de mogelijkheid gekregen en aangegrepen om er vaak zonder duidelijke motivaties dwars tegenin te gaan met alle gevolgen van dien.